Nederland scoort relatief goed op het behalen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen. Maar er is nog heel wat werk aan de winkel. Samen met alle leden onderzoeken we hoe wij aandeel nemen in de nieuwe economie van ontwikkelingsdoelen, wat wij met elkaar verstaan onder de aangenomen duurzame doelen en tot welke mooie initiatieven dit al heeft geleid. Onder meer op het gebied van duurzame steden. Daarover stellen we een aantal vragen aan Rob van den Broeke, directeur-bestuurd bij woningcorporatie Rijswijk Wonen.
Wat verstaan jullie onder Duurzame steden en gemeenschappen?
Rob van den Broeke: “Duurzaamheid gaat veel verder dan de fysieke, technische kant van de zaak. De vertaling in termen van circulariteit en adaptiviteit is een heel eenzijdige. De duurzaamheid schuilt veel eerder in de duurzaamheid van het samenleven in een buurt, het zijn van een hechte buurt waarin mensen inclusief wonen, naar elkaar omzien, mensen het cement van de samenleving zijn en als geheel functioneren. Het draait dus minder om levensloopgeschiktheid en bijvoorbeeld drempelloos wonen. Interessanter is het om na te denken over ontmoeten, eenzaamheid, nabuurschap.”
Op welke manier dragen jullie als organisatie bij aan dit doel voor Nederland?
Van den Broeke: “De fysieke kant, daarover maak ik mij nog het minste druk. De techniek is beschikbaar om CO2-neutraal, klimaat-adaptief te bouwen. Liever bouwen we aan samenleven. Je kunt daarbij een abstract concept hanteren, het is interessanter en voor de mensen veel wezenlijker dat je in praktische zin betekenis geeft aan ontmoeten en buurmanschap.”
“Zo realiseren we in de nieuwbouw van de Benedictus een ruimte voor ontmoeten. Bieden we in de plint van de Titus Brandsmaflat ruimte aan Wonen met een Plus. Zorg en welzijn dicht georganiseerd op de bewoner, laagdrempelig, ambulant, maatwerk direct nabij.”
Wat was jullie aanleiding om te starten met dit initiatief?
Van den Broeke: “Een deel van onze huurders is op leeftijd en zoals het zich nu laat aanzien vergrijst Rijswijk verder. Dit betekent dat we met de gedachte langer zelfstandig thuis moeten nadenken over hoe we dan zorgen dat mensen ook echt goed zelfstandig tot op hogere leeftijd zelfredzaam kunnen wonen. Ik maak me dan nog het minste zorgen over de mensen met een groot sociaal vangnet. Des te meer reden om je druk te maken over hen die geen vangnet hebben. We zoeken naar vitale coalities. Wij werken daarin innig samen met zorg en welzijn.”
Wat is ervoor nodig om dit initiatief op te zetten?
Van den Broeke: “Wat je soms nodig hebt, is een leegstaande ruimte. Denk aan een plint in een wooncomplex. Maar onlangs ook ons oude kantoor van Rijswijk Wonen is met de verhuizing naar een nieuwe locatie beschikbaar gekomen. Het pand fungeert binnenkort als inlooppunt voor de Muziekbuurt, een plek waar Stichting Welzijn activiteiten organiseert, de huurdersorganisatie bijeen kan komen.”
Wat heeft het opgeleverd? Of verwachten jullie dat het op gaat leveren?
Van den Broeke: “Verbinding met bewoners, versteviging van contacten onderling tussen bewoners, activeren van het professionele netwerk, makelen van initiatieven. Bouwen aan samenleven.”
Wie zijn erbij betrokken?
Van den Broeke: “De gemeente (WMO), stichting Welzijn, zorgpartij Florence, Rijswijk Wonen en Vidomes.”
Waar is er voor jullie nog werk aan de winkel?
Van den Broeke: “Tja, op veel terreinen. Er zijn veel aanknopingspunten, veel partijen zijn op de een of andere manier actief in een wijk. We kunnen nog veel meer meerwaarde creëren door zaken aan elkaar te knopen, met elkaar in verband te brengen. En dat dan niet te doen van de institutie en met de pet op van wet en regelgeving. Maar juist vanuit het besef: wat voegt waarde toe voor de bewoner? Het zijn immers de huurders van Rijswijk Wonen, de burgers van de gemeente Rijswijk, de cliënten van de zorgpartij, de actieve buurtbewoners die zich inzetten voor hun buurt. Dat bindt!”
Dit interview verschijnt tevens in het e-book 17 Duurzame Ontwikkelingsinitiatieven dat alle leden van GemeentenNL in 2021 gratis ontvangen.