Nederland scoort relatief goed op het behalen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen. Maar er is nog heel wat werk aan de winkel. Samen met alle leden onderzoeken we hoe wij aandeel nemen in de nieuwe economie van ontwikkelingsdoelen, wat wij met elkaar verstaan onder de duurzame doelen en tot welke mooie initiatieven dit al heeft geleid, onder meer op het gebied van duurzame steden en gemeenschappen. Daarover stellen we een aantal vragen aan Marco Kersing, Manager Vastgoed bij Oost Flevoland Woondiensten (OFW).
Wat verstaan jullie onder “Duurzame steden en gemeenschappen”?
Marco Kersing: “Duurzame steden zijn allereerst gemeenschappen en niet alleen stenen. Een inclusieve samenleving is essentieel voor het thuisgevoel van onze huurder. OFW richt zich op duurzame en kwalitatief goede woningen. Huizen die technisch in orde zijn, goed onderhouden en veilig, gezond en comfortabel zijn om in te wonen. Maar ook in een omgeving waar het prettig samen leven is. Maar deze kwaliteit moet wel betaalbaar zijn.”
Op welke manier dragen jullie als organisatie bij aan dit doel voor Nederland?
Kersing: “Wij hebben als OFW ruim 2.000 woningen gemoderniseerd. Dus geen sloop- en nieuwbouw maar een ingrijpende verbetering. Moderniseren is een integrale aanpak, waarbij naar de woontechnische kwaliteit, duurzaamheid, veiligheid, technische kwaliteit maar ook naar de leefbaarheid in de wijk wordt gekeken. De plannen zijn ontwikkeld samen met de bewoners.”
Wat was jullie aanleiding om te starten met dit initiatief?
Kersing: “Door de opbouw van de Flevopolder was rond 2000 een groot deel van ons bezit veertig jaar oud en de kwaliteit was ook niet meer optimaal. Er was dus een technische noodzaak hier iets aan te doen. OFW had daarnaast de serieuze ambitie om ook aan de verduurzaming van woningen te werken. Dit is waarom wij grootschalig en gestructureerd zijn gaan moderniseren.”
Wat is ervoor nodig om dit initiatief op te zetten?
Kersing: “Allereerst is er draagvlak onder de bewoners van de woningen nodig. Zien ze de urgentie niet in of doen we de verkeerde dingen dan gaan ze niet akkoord met de plannen. Dus een goed contact met je huurders is belangrijk en essentieel voor goede planvorming.”
Wat heeft het opgeleverd? Of verwachten jullie dat het op gaat leveren?
Kersing: “Een energiezuinig en technisch kwalitatief goed woningbezit. Woningen waar onze huurder trots op zijn. We hebben al een aantal jaren een gemiddeld energielabel A en we zijn nu bezig met het experimenteren met het aardgasloos maken van woningen.”
Wie zijn erbij betrokken? (belanghebbenden, experts, uitvoerenden, bewoners of gebruikers)
Kersing: “Onze huurdersbelangenvereniging trekt samen met ons op tijdens de moderniseringen. Verder hebben wij een aantal architecten en bouwbedrijven waar we veel mee werken en die snappen hoe je met bewoners om moet gaan. De modernisering vindt plaats in bewoonde staat dus je bent als aannemer wel te gast bij deze mensen.”
Waar is er voor jullie nog werk aan de winkel?
Kersing: “Wij zijn nu bezig om de term duurzaamheid nog verder te verbreden. We zouden meer willen doen op het gebied van circulariteit, biodiversiteit en klimaatadaptatie. Dit definiëren wij intern als duurzaamheid 2.0”
Welke tips geef je anderen graag mee?
Kersing: “Kies voor een onderhoudsstrategie waar je op een moment allerlei grote bouwdelen tegelijk moet vervangen. Dit natuurlijke moment kan dan worden aangegrepen om de woning en woonomgeving in zijn geheel te bekijken en een integrale aanpak te ontwikkelen. Een ‘plank voor plank’ aanpak belemmert en veroorzaakt kapitaalvernietiging of belemmert bij het integraal aanpakken van het vastgoed.”
Dit interview verschijnt tevens in het e-book 17 Duurzame Ontwikkelingsinitiatieven dat alle leden van GemeentenNL gratis ontvangen.