In mijn vorige artikel ging ik in op de drie inzichten waarmee je rekening moet houden bij het vormgeven en sturen van samenwerking rond maatschappelijke opgaves in ketens en netwerken. In dit artikel bespreek ik het vraagstuk over het sturen van de samenwerking in ketens en netwerken.
Deze samenwerking kent geen ‘one size fits all’ aanpak. Uit het eerder genoemde wetenschappelijk onderzoek kunnen 6 condities worden geformuleerd, waardoor sturing de samenwerking tussen organisaties in ketens en netwerken verbeterd:
1. Koppel de bestuurlijke ambitie met de ketendoelstelling
Een concrete vertaling van de bestuurlijke ambitie naar een ketendoelstelling zorgt voor verbinding van de bestuurder met hetgeen de keten voortbrengt. Het is daarbij van belang dit gezamenlijk met de ketenpartners (ambtelijk en bestuurlijk) te doen. Het werkt verbindend en het ontmoedigt de reflex van de bestuurder om de politieke opdracht leidend te maken voor het handelen in de keten.
2. Urgentie inspireert
Elkaar vinden in tijdelijke urgentie, ook al is deze ingegeven door financiële tekorten, is nodig om te blijven werken aan de afgesproken doelrealisatie.
3. Stuur én geef ruimte
Het maken van afspraken, die in het belang van de ketendoelstelling nodig zijn en de samenwerking kaderen, is slechts een kant van de medaille. De andere kant is de invulling van die ruimte aan de professionals over te laten. Loslaten hoort bij leidinggeven vanuit een horizontale oriëntatie.
4. Selecteer het management op bindend vermogen
Netwerkleiderschap gaat niet alleen om sturend vermogen, maar meer nog over bindend vermogen. Bij de bemensing van sleutelposities in de keten is het dan ook van belang nadrukkelijk te kijken naar de sociologische vermogens van kandidaten. Zoals bindend vermogen en oog voor relaties. Het ontwikkelvraagstuk van de ketens en netwerken richt zich niet op de inhoudelijke kennis van de partners, maar op het netwerk- c.q. ketenvaardig maken van bestuurders, management en medewerkers.
5. Voorkom informatiedisbalans
Zoals eerder gezegd, het maken en wegen van informatie kan de samenwerking maken of breken. De koppeling tussen de politiek bestuurlijke ambitie en de ketendoelstelling verbindt de ketenpartners. Het stimuleert het verzamelen, genereren en uitwisselen van informatie, die bruikbaar is in zowel het politieke besluitvormingsproces als in de operatie zelf. Informatie die beide doelen dient, voorkomt dat de bestuurder ingrijpt in het ketenproces (lees: bedrijfsvoering), wanneer hij of zij ontevreden is of onzeker is of de er in de uitvoering wel datgene plaatsvindt wat is afgesproken. Het voorkomt ook dat de energie uit de keten lekt vanwege het op detailniveau moeten ‘maken’ van informatie die vooral het doel van politieke besluitvorming dient en niet relevant is voor de uitvoering.
6. Investeer in vertrouwen
Een open deur. Maar wel eentje die zo’n enorme impact heeft dat het toch weer genoemd moet worden. Wanneer er sprake is van onderling vertrouwen in de context van de ketendoelstelling, dan stimuleert dit de samenwerking. Vertrouwen richt zich op personen (kunnen we samen door één deur), dan wel op afspraken (hebben we werkbare afspraken gemaakt) in plaats van functie of positie. De monitor op de doelrealisatie en de informatie die in dit licht wordt ‘gemaakt’ weerspiegelt in die zin de mate van vertrouwen in elkaar. Werken aan vertrouwen voedt de informele sturing, die zich richt op de mens en gedrag en minder de formele sturing die gericht is op regels of beheersing.
Hoe het blijft werken
Dit artikel vormt een pleidooi voor bewust en gericht aandacht besteden aan de informele aspecten van sturing op samenwerking in ketens en netwerken. Waarbij er rekening wordt gehouden met het feit dat ketens die publieke dienstverlening voortbrengen een relatief nieuw fenomeen zijn.
Er is meer onderzoek nodig om de inzet en werking van ketens rondom publieke taken te kunnen doorgronden. Hiermee kan kennis worden ontwikkeld voor het verder professionaliseren van de benodigde ketenvaardigheden van de ketenpartners. Daarin is onlangs een concrete stap gezet. In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken zal Rijnconsult, samen met de Vereniging van gemeentesecretarissen en twee partnerorganisaties, onderzoek doen naar de governance van gemeentelijke organisaties in relatie tot participatie in het algemeen. De resultaten waarop deze publicatie tot stand is gekomen, worden deels hierin meegenomen.
Dit artikel is geschreven door Marcella Rijkschroeff, adviseur bij Rieken en Oomen, onderdeel van Rijnconsult.