Vanaf 1 januari 2022 geldt de Omgevingswet. Deze nieuwe wet bundelt en moderniseert alle wetten voor de fysieke leefomgeving en bepaalt dat de gemeente straks veel invloed heeft op de regels over de fysieke leefomgeving. Daarvoor krijgt ook jouw gemeente een nieuw instrument in handen in de vorm van het omgevingsplan. Iedereen kan hiermee snel zien of iets wel of niet mag. Het omgevingsplan vervangt de huidige bestemmingsplannen.
Inhoud omgevingsplan
Per gemeente is er 1 omgevingsplan, dat de gemeente zelf maakt. In dit omgevingsplan staan alle regels over de fysieke leefomgeving. Via een digitale kaart kun je straks het antwoord vinden op vragen als: waar mag ik mijn perceel voor gebruiken? Wat mag ik waar bouwen? Mag ik een boom kappen of heb ik er een vergunning voor nodig?
Het grootste verschil tussen het omgevingsplan en een bestemmingsplan is dat het omgevingsplan veelomvattender is. Dat betekent dat het omgevingsplan niet beperkt is tot ruimtelijke ordening, maar ook regels bevat over bijvoorbeeld horeca, monumenten, standplaatsen en de afvoer van hemel- en grondwater. En de gemeenteraad kan gebieden aanwijzen waar activiteiten wel of juist niet zijn toegestaan.
Het omgevingsplan in De Fryske Marren
Uiterlijk in 2029 moet het omgevingsplan klaar zijn. Wethouder Roel de Jong van gemeente De Fryske Marren daarover: “Dat betekent dat we tot die tijd het plan stap voor stap maken. Ons streven is om het in 2025 af te hebben. We starten met een stuk buitengebied en één van onze dorpen. We doen dit niet alleen: organisaties zoals Veiligheidsregio Fryslân en Wetterskip Fryslân werken ook mee. We betrekken inwoners en andere belanghebbenden, omdat het natuurlijk over hun omgeving gaat. Overigens is de omgevingsvisie belangrijke input voor het omgevingsplan, en deze is grotendeels gebaseerd op inbreng van inwoners en andere belanghebbenden.”
Flinke klus
Piet Loonstra, projectleider van het omgevingsplan bij gemeente De Fryske Marren: “Er zijn op dit moment meer dan 150 bestemmingsplannen en tal van verordeningen. Van alle regels moeten we nagaan of we die nog wel nodig hebben of dat we ze anders moeten formuleren. Verder moeten we van 600 Rijksregels bekijken of we die onveranderd in ons omgevingsplan willen opnemen, of dat we ze helemaal schrappen. Dat is een immense klus.”
De bedoeling is dat er straks minder regels en vergunningen nodig zijn. Loonstra: “En de regels die we hebben, zijn eenvoudig digitaal te zien. We gaan meer werken met algemene regels. Als je je daaraan houdt, dan mag je de activiteit uitvoeren. Daardoor zijn er straks voor minder activiteiten vergunningen nodig.”