Een eigen plek helpt dakloze Rotterdammers om eerder op eigen benen te staan. In de nachtopvang slapen daarom straks minder mensen op ėėn kamer. EU-arbeidsmigranten die op straat zijn komen te staan krijgen meer hulp bij het weer vinden van werk, of vanuit tijdelijke opvang, terugkeer naar het land waar ze vandaan komen. Wonen staat op die manier centraal in het plan van aanpak: “Op weg naar herstel en een thuis”.
Vanuit een huis, permanent of tijdelijk, kunnen dakloze Rotterdammers werken aan de problemen die dakloosheid veroorzaakten. Belangrijk is dus dat er ook voor deze groep Rotterdammers, ondanks de enorme schaarste, voldoende woningen beschikbaar blijven. Er ontstaat rust en ruimte om terugvallen te voorkomen door aandacht voor preventie en hulp. Daarnaast is een huis mét zorg ook een beginplek om weer mee te doen, aan het sociale leven en aan werk.
Ook breidt Rotterdam het aantal plekken voor bankslapers fors uit, zegt Wethouder Buijt van Zorg, ouderen en jeugdzorg: “Bankslapers zijn mensen, soms met kinderen, die geen thuis meer hebben door een relatiebreuk of verlies van werk. Ze krijgen tijdelijk onderdak van vrienden of familie. Zij zijn vaak maar ėėn stap verwijderd van dakloosheid. Met alle gevolgen van dien. Daar wil ik meer aandacht voor. Er zijn nu 30 plekken voor bankslapers. We breiden dat uit tot 100 plekken.”
Het plan van aanpak: “Op weg naar herstel en een thuis” is geschreven na overleg met dak- en thuisloze mensen, zorgaanbieders, woningcorporaties, cliënten en ervaringsdeskundigen en de gemeenteraad. In het plan is ook rekening gehouden met Rotterdammers die in de omgeving van opvanglocaties wonen. Zij kunnen een plek krijgen in beheercommissies om bij eventuele overlast snel tot een goede aanpak te komen.