Het Amsterdamse college van burgemeester en wethouders voert 34 buurtteams in om op die manier de de zorg dichter bij de burgers te organiseren. Inwoners met vragen of zorgen op het gebied van sociale zorg, welzijn, schulden en veiligheid kunnen zich vanaf 2021 richten tot één herkenbaar loket in hun eigen wijk. De buurtteams zijn de spil in de buurt waar zorg en ondersteuning op een laagdrempelige manier samenkomen.
Afscheid van marktwerking
Wethouder Simone Kukenheim (zorg): “Amsterdam staat aan de vooravond van één van de grootste veranderingen in het zorgstelsel van de afgelopen jaren. In de buurtteams willen we alle hulpvragen met betrekking tot zorg, ondersteuning en preventie beantwoorden. Ook worden de buurtteams de toegangspoort tot specialistische hulp. De leefwereld van Amsterdammers komt met de invoering van de buurtteams voorop te staan. Zij hoeven niet langer in een woud van aanbieders te zoeken naar de juiste hulp, maar ze kunnen met al hun vragen terecht bij één laagdrempelig team.”
Met de invoering van de buurtteams neemt Amsterdam voor het grootste deel van de Wmo-zorg (Wet maatschappelijke ondersteuning) afscheid van marktwerking. Per stadsdeel komt er een uitvoeringsorganisatie die de buurtteams gaat vormgeven. Deze uitvoeringsorganisatie mag maximaal in drie stadsdelen actief zijn. Daarnaast is gekozen voor een overzichtelijke aantal zorgaanbieders. Kukenheim: “Met deze radicale wijziging van het Amsterdamse zorgstelsel gaan we terug naar de basis: het gaat weer in de eerste plaats om mensen en buurten, en niet langer om marktwerking en concurrentie tussen aanbieders.”
Volledig overzicht
Momenteel is het voor Amsterdammers niet altijd duidelijk waar zij met hun vraag terecht kunnen. Er werken veel verschillende organisaties binnen een klein gebied en organisaties zijn vaak opgedeeld per specialisme. Daardoor lukt het niet altijd om een volledig overzicht te krijgen van de behoefte van de Amsterdammer, zoals de buurtteams straks wel gaan doen. Zo heeft een schuldhulpverlener nu niet altijd de positie, kennis of ervaring om een Amsterdammer met schulden die daarnaast ook eenzaam is, de benodigde zorg te verlenen. Door nauwe samenwerking tussen de buurtteams, Ouder- en Kindteams (OKT’s) en de voorzieningen in de stad, kan zorg in samenhang worden aangeboden. Daardoor wordt de zorg voor de Amsterdammer herkenbaarder en eenvoudiger.
In september heeft het college op hoofdlijnen besloten hoe de buurtteams eruit moeten gaan zien. In het uitvoeringsbesluit, waarmee het college nu heeft ingestemd, zijn deze hoofdlijnen verder uitgewerkt. Zo is besloten dat de organisatie Samen DOEN opgaat in het buurtteam en de Ouder-en Kindteams. Amsterdammers die behoefte hebben aan cliëntondersteuning kunnen hiervoor terecht bij de buurtteams maar ook bij de onafhankelijke organisatie MEE Amstel en Zaan. Beroepsmatige ervaringsdeskundigen krijgen een waardevolle rol in de buurtteams. Ook werken de buurtteams nauw samen met én hebben ze een belangrijke rol in de toeleiding naar aanvullende ondersteuning vanuit de Wmo. Kinderen en gezinnen kunnen nu al terecht bij de Ouder- en Kindteams. Dat blijft zo, maar de buurtteams zullen wel nauw samenwerken met de OKT’s zodat niemand – met of zonder kinderen – tussen wal en schip valt. Elk gebied van Amsterdam heeft straks minstens één Ouder- en Kindteam en meerdere buurtteams.
Op 1 januari 2021 start de invoering met 22 tot 34 buurtteams. Afhankelijk van de vraag in de stad wordt dit aantal uitgebreid. Naast de maatschappelijke dienstverlening, schuldhulpverlening, informatie, advies en sociaal raadslieden werk, zullen de buurtteams ook een groot deel van de huidige ambulante ondersteuning aanbieden. Het streven is om de overgang binnen een jaar te realiseren.